De gemeenteraad heeft op dinsdag 23 oktober gestemd over het plan van het stadsbestuur om GAS-boetes in te voeren tegen snelheidsovertredingen in zones 30 en 50. Het gaat dus over de hele zone binnen de grote ring en alle woonwijken. De naam van die GAS-boetes is « GAS-5 ». Ze worden vanaf 1 november ingevoerd. Hieronder de tussenkomst van PVDA raadslid Aurelie Decoene.
Verkeersveiligheid is nog steeds een groot probleem. Het geheel van de woonwijken binnen de grote ring is al een tijdje zone 30 geworden. Maar het wordt vaak niet nageleefd. Een lagere snelheid helpt ongevallen te voorkomen, of op zijn minst de ernst van de ongevallen te verminderen.
Actie is nodig. De vraag is hoe je dit het best bereikt. Het standpunt van de PVDA is dat we op verschillende niveaus moeten werken :
1. Bij de meerderheid van de overtredingen is de uitdaging om de bestuurders een ander rijgedrag aan te leren. Camera's hebben een zekere impact, maar ze hebben ook hun tekortkomingen : 1° soms verschuift het probleem zich: men remt af voor de camera en zet daarna weert vaart, 2° voor mensen die het breed hebben is het op zich geen probleem om een maandelijks budget voor boetes te hebben, terwijl één boete al veel pijn kan doen voor iemand die het niet breed heeft.
Kortom : boetes zijn geen tovermiddel en zijn een weinig sociale aanpak. Veel conflictpunten zijn trouwens al gevaarlijk bij een veel lagere snelheid dan 30 km/u : bijvoorbeeld het kruispunt tussen de kleine ring en de Bampslaan, net voor de Spar, bijvoorbeeld het fietspad dat vanuit het stationswijk geraakt op het Vrijwilligersplein in de Heilig-Hart-wijk. Verkeersveiligheid is complex en de allereerste prioriteit is om maximaal in te zetten op infrastructuur, met snelheidsdrempels, versmallingen, feedbackborden of veiligheidspoppen langs de zebrapaden aan schoolomgevingen, enz. Het gebeurt hier en daar wel, maar we zijn ver van een maximale inspanning. Waarom wordt er daarop niet maximaal ingezet ?
2. Handhaven is zeker ook nodig, want met infrastructuur alleen pak je die mensen niet aan die weigeren hun rijgedrag aan te passen. De inkomsten van de GAS-boetes komen direct in de stadskassa terecht. Dat wil zeggen dat de stad er financieel belang bij heeft om GAS-boetes uit te delen, wat bij de gewone verkeersboetes niet het geval was. Hoezo ? De financiële gezondheid van de stad staat onder druk. Hasselt is geen arme gemeente, maar toch. De federale regering schuift een stuk van de besparingen naar het lokale niveau. De inkomsten gelinkt aan de personenbelastingen zullen vanaf volgend jaar dalen, terwijl de uitgaven van het OCMW hard omhooggaan als gevolg van de uitsluiting van de langdurige werklozen. De stad zal er uiteraard belang bij hebben dat er extra geld in de kas komt, en zal dus – paradoxaal genoeg – belang bij hebben dat er GAS-boetes worden uitgedeeld. Dit houdt geen verbetering is de verkeersveiligheid in. Dit is het gevolg van dit standaardprobleem met de GAS-boetes : geen scheiding der machten ; de stad wordt zowel uitvoerende partij als rechter.
We zullen ons onthouden bij de stemming. Aangezien de GAS-boetes toch ingevoerd worden, vragen we dat de volledige opbrengst in het verbeteren van de infrastructuur geïnvesteerd wordt. We zullen in de toekomst ook opvolgen of de inkomsten uit de GAS-5 een dalende lijn vertonen, wat normaal gesproken het gevolg zou moeten zijn van een verbeterde verkeersveiligheid.