De Hasseltse gemeenteraad bespreekt vanavond de laatste begroting van deze legislatuur. “Het stadsbestuur gaat ook volgend jaar verder op haar elan: nauwelijks investeringen in sociaal beleid, sociale en betaalbare woningen of duurzaam openbaar vervoer, maar wel in parkeermeters en in de Golfclub. Dat moet echt anders”, zegt PVDA-raadslid Kim De Witte.
“Niet alles is kommer en kwel in Hasselt. Het is er voor velen fijn wonen. Voor wie in het centrum woont is veel bereikbaar op wandelafstand. Er is relatief veel groen, veel feesten en ambiance. Maar er zijn ook veel problemen. Eén op zeven Hasselaren heeft het moeilijk om rond te komen. In armere wijken zoals Runkst, is dat bijna één op vijf. Het aantal mensen dat afhangt van het OCMW is met de helft gestegen op zes jaar tijd. Steeds meer alleenstaande ouders met kinderen, jonge mensen of mensen met een job kloppen aan bij het CAW omdat ze geen huis meer kunnen betalen. Dat in Hasselt, anno 2023”, klaagt De Witte aan.
“De dure woonprijzen zitten daar natuurlijk voor iets tussen. Die zijn gestegen met vijfit procent op tien jaar tijd. Voor een woning betaal je al 305.000 euro (mediaan). Daar zitten de prijzen van luxewoningen nog niet eens bij. Wie kan een lening van meer dan 1.600 euro per maand betalen?”, vraagt De Witte zich af. “Ook de huurprijzen blijven stijgen. Veertig procent van de woningen zijn huurwoningen. De helft van de huurders heeft betalingsmoeilijkheden. Zij besteden vaak een pak meer dan 30 procent van hun inkomen aan huur.”
De stad doet nauwelijks iets om die groeiende kwetsbaarheid tegen te gaan. Amper 1,5 miljoen euro gaat naar het actieplan ‘bestrijden armoede’ in 2024. Dat is een pak minder dan de 2,2 miljoen euro die het bestuur in 2024 uitgeeft aan parkeerbeleid. “Hasselt investeert dus meer in parkeermeters dan in armoedebeleid. Of nog frappanter: de stad geeft bijna 60.000 euro aan de Golfclub, tegen minder dan 10.000 euro aan organisaties die armoede bestrijden en zwakke gezinnen ondersteunen. Dat is zes keer meer”, illustreert De Witte.
Hoewel schepen Marc Schepers (Vooruit) zich graag op de borst klopt voor zijn ‘betaalbaar woonbeleid’, voorziet de stad er nauwelijks budget voor. Amper 162.500 euro gaat naar het actieplan ‘betaalbaar wonen’ in 2024. “Dit zijn peanuts. De wooncrisis in de stad is enorm maar de huidige coalitie gelooft dat de markt het wel zal oplossen. Ze geeft projectontwikkelaars en bouwpromotoren vrij spel. Dat is geen sociaal, maar een liberaal beleid. Ook het aantal sociale woningen is met 5,5 procent deze legislatuur niet gestegen, hoewel er nog steeds 2.667 gezinnen op de wachtlijst staan. Zowat alle centrumsteden doen beter. Voor Hasselt is betaalbaar en sociaal wonen duidelijk geen prioriteit.”
Ook het Hasselts mobiliteitsbeleid is niet van deze tijd. Hasselt telt 108 auto’s per 100 inwoners. Dat zijn er 22 méér dan het gemiddelde voor alle andere Vlaamse centrumsteden. Alle abonnementen voor De Lijn gaan systematisch achteruit. “Niet verwonderlijk. De Lijn wordt al jaren kapot bespaard, niet enkel door de Vlaamse regering, ook door de stad. Door herhaaldelijke tussenkomsten van de PVDA is de geplande besparing van veertig procent op het budget voor openbaar vervoer gelukkig niet doorgevoerd. Maar het begrote budget blijft veel te klein. De stad spendeert zelfs meer aan Katholieke erediensten dan aan ‘performant openbaar vervoer’”, vergelijkt De Witte.
Ook op de post ‘duurzame vervoerswijzen’ dalen de investeringen spectaculair: van 13 miljoen in 2023 naar 2,5 miljoen in 2024. “Enkel voor het parkeerbeleid stijgen de investeringen van 920.020 euro in 2023 naar 2,25 miljoen euro in 2024. Dat parkeerbeleid blijkt ook echt een melkkoe te zijn: de inkomsten liggen op zo’n 4,25 miljoen per jaar. Kan dat geld dan niet geïnvesteerd worden in goed en duurzaam openbaar vervoer en in veilige voet-en fietspaden?”, stelt De Witte voor.
“Tot slot schort er in Hasselt ook iets op vlak van inspraak en democratie. Debat en inspraak zijn fundamenteel in een democratische samenleving. Toch worden steeds meer punten beslist op het schepencollege zonder nog langs de gemeenteraad te passeren. Dat is geen democratie. Bovendien heeft maar 28 procent van de Hasselaren vertrouwen in het stadsbestuur. Dat is weinig. In Mechelen is dat bijvoorbeeld vijftig procent. En maar drie op de tien Hasselaren vindt dat de stad voldoende inspanningen doet om de inwoners te consulteren. Dat is tekenend voor dit stadsbestuur, dat maar weinig voeling heeft met waar de gewone Hasselaren echt van wakker liggen. En dat is een sociaal en duurzaam beleid voor alle Hasselaren, niet enkel voor degenen met een dikke portemonnee”, besluit De Witte.