Stad zonder armoede
Armoedebestrijding is onze prioriteit. In Hasselt groeit één op zeven kinderen (14,5%) op in kansarmoede. Tien jaar geleden was dat nog één op tien. En toch is armoede de olifant in de kamer. Er worden hier en daar kleine maatregelen genomen. De symptomen van armoede worden bestreden, maar niet de structurele oorzaken. Dat zien wij anders. Wij willen mensen versterken. Wij zetten volop in op betaalbaar wonen, werk, gezondheid, op kosteloos onderwijs en ontplooiing. Daar worden mensen sterker van, en de stad ook.
Visie
We hebben een globaal en geïntegreerd plan van armoedebestrijding. In alle bestaande ontmoetingscentra in Hasselt willen we laagdrempelige wijkwerkingen, waar mensen terecht kunnen met problemen rond huur, water- of energiefacturen, belastingaangiftes volgens het principe ‘koffie en papieren’. We herbevestigen daarbij de eindverantwoordelijkheid van het OCMW in het garanderen van de sociale grondrechten. We zorgen ervoor dat de stedelijke dienstverlening bereikbaar, begrijpelijk en behulpzaam is. We pleiten voor een automatische toekenning van sociale rechten en een actieve benadering van rechthebbenden. Heel wat inwoners die recht hebben op leefloon krijgen dat nu niet, bij gebrek aan kennis en wegens allerlei bureaucratische beslommeringen.
We garanderen het recht op wonen en op toegang tot water en energie als mensenrecht. We zorgen voor voldoende en betaalbare kinderopvang. We halen de drempels voor gelijke toegang tot onderwijs weg. We zorgen dat de maximumfactuur van het woonzorgcentrum niet boven het pensioen komt. En last but not least, we lanceren een proefproject rond het optrekken van het leefloon tot boven de armoedegrens voor de éénoudergezinnen. Het leefloon is een federale materie, maar niets verhindert Hasselt om voor de éénoudergezinnen, de meeste kwetsbare groep van mensen in armoede, een specifieke inspanning te doen. Het zou een wereld van verschil maken voor de éénoudergezinnen.
In het najaar van 2023 organiseerde de PVDA een grote bevraging in Hasselt. Vier maanden lang trokken vrijwilligers de straat op om een veertigtal programmavoorstellen voor te leggen aan meer dan duizend mensen. Uit die Grote Bevraging komt het belang naar voor dat Hasselaren hechten aan een stad zonder armoede. Een meerderheid wil dat een volgend stadsbestuur prioritair inzet op armoedebestrijding.
Hasselt is een welvarende stad. Prestigieuze nieuwbouwprojecten rijzen als paddenstoelen uit de grond. Maar Hasselt is ook een stad waar de tweedeling tussen rijk en arm groeit. Steeds meer mensen maken zich zorgen over inkomen en uitgaven: voeding, kledij, huur, gas, water, elektriciteit, telefoon, school, hoger onderwijs - Op het einde van het inkomen is er te vaak nog een stukje maand over. De situatie is met de energiecrisis, de inflatie en duurder wordende winkelkarren, enkel verergerd. Dat zorgt voor stress en onzekerheid.
Wie een woning van slechtere kwaliteit moet huren en slecht woont, wordt sneller ziek. Gezinnen met een te kleine woonruimte hebben meer stress. Kinderen die niet rustig kunnen studeren lopen sneller schoolachterstand op. Arm zijn maakt ziek en ziek zijn maakt arm. In Hasselt groeit één op de zeven kinderen op in armoede. Tien jaar geleden was dat nog één op tien.
Er zijn structurele maatregelen nodig. Maatregelen rond wonen, werk, gezondheid, onderwijs, ontplooiing: allemaal essentiële pijlers in het gevecht tegen armoede. Elk van deze punten vind je afzonderlijk terug in dit stadsprogramma. Maar specifiek voor mensen in een bijzonder moeilijke situatie is er ook een specifieke aanpak nodig. Daarover hebben we het hier.
Wat we willen
1. Een actief wijkcentrum in elke wijk of deelgemeente
-
Hasselt telt vandaag 22 ontmoetingscentra (OC’s), één in elke wijk of deelgemeente. In 2018 waren dat er nog 26. Maar in de meeste centra werd de dienstverlening afgebouwd. Wij willen dit omkeren. We verhogen het aantal OC’s weer en voorzien in elk OC een laagdrempelige dienstverlening die bereikbaar, begrijpbaar en behulpzaam is.
-
Het OC helpt bij administratieve problemen via het concept ‘koffie en papieren’. Bij een kop koffie of thee krijgen mensen hulp om officiële papieren in orde te maken, de energiefactuur uit te pluizen en andere problemen op te lossen.
-
De diensten die we in het OC voorzien kunnen verschillen van budgetbegeleiding, woonbegeleiding, arbeidsbegeleiding, begeleiding bij energie- en waterproblemen tot hulp bij onderwijs en opvoeding.
-
Met huisbezoeken en straathoekwerk gaan we actief de wijk in om mensen te bereiken die de weg naar het OC niet vinden.
-
Met buurtwerkers bouwen we in onze OC’s aan een sterke, warme en solidaire wijk. We organiseren ontmoetingsmomenten en -activiteiten zodat de mensen uit de wijk elkaar beter leren kennen. Er zijn al een aantal mooie voorbeelden in die zin.
-
We voorzien zituren voor de wijkagent waar bewoners terechtkunnen met hun kleine en grote ergernissen.
Meer achtergrondinformatie
In de dienstverlening toont een stad haar kwaliteit. Wij willen een brede, laagdrempelige dienstverlening dicht bij de mensen brengen. Met ontmoetingscentra of wijkhuizen in elke wijk. Zo’n ontmoetingscentrum is ook een buurthuis. Het ziet erop toe dat de sociale grondrechten van elke inwoner uit de wijk waargemaakt worden. Voorkomen is beter dan genezen. Een toegankelijke hulp- en dienstverlening helpt vermijden dat mensen verder wegzakken in de problemen. Het terugverdieneffect ervan is groot. Je investeert in dienstverlening maar tegelijk zorg je voor een hoger inkomen bij de burgers van de stad.
Hasselt telt op dit moment 22 ontmoetingscentra (OC’s). De hulpverlening - waarvoor de OC’s oorspronkelijk opgericht zijn - is in de meeste centra echter afwezig. Meestal kan je er enkel zalen huren. Heel wat Hasselaren komen niet rond, stapelen schulden op, maar weten niet waar ze hulp kunnen vragen. Ze weten nauwelijks waar ze recht op hebben. Sommige OC’s ontwikkelen vanuit hun filosofie een eigen programma voor hun doelgroep. Dit is onder andere het geval in de OC’s van Runkst, Ter Hilst, Kuringen Rode Rok, Heilig Hart, Kempische Wijk. Maar de toegang tot de hulpverleners blijft hier beperkt tot enkele uren per week. Vaak fungeert de werking slechts als wegwijzer naar de hulpverleners van het OCMW.
In enkele OC’s leveren de wijkwerkers schitterend werk. Ze werken samen met vrijwilligers en vzw’s, organiseren opleidingen, buurtfeesten, brengen bevolkingsgroepen samen. Wij willen een toegankelijk laagdrempelig OC met wijkwerking in elke wijk en deelgemeente van Hasselt. Via buurtwerkers bouwen we aan een warme wijk. We organiseren ontmoetingsmomenten en -activiteiten, zodat mensen uit de wijk elkaar beter leren kennen.
Zo’n OC is deels ook een dienstencentrum. Met het concept ‘koffie en papieren’ helpt het OC bij administratieve problemen. Zo willen wij een laagdrempelige dienstverlening dicht bij de mensen brengen. Mensen krijgen er hulp om officiële papieren in orde te maken. We voorzien er budget-, woon- en arbeidsbegeleiding. Waar nodig ook hulp om de energie- en waterfactuur uit te pluizen, raad rond onderwijs en opvoeding.
We brengen het OCMW-aanbod naar de buurthuizen. Hiermee realiseren we het één-loketten-systeem. De hele dienstverlening toegankelijk maken op één plek, op loopafstand en dit in een ongedwongen sfeer. Geen moeilijke woorden en geen jargon, geen digitale doolhoven, maar hulp op maat. Via een ‘rechtenverkenner’ gaat het OC samen met de mensen na of zij wel alle sociale tegemoetkomingen krijgen waar ze recht op hebben. Want velen vragen hun rechten niet aan.
De digitalisering gaat erg snel. Online dienstverlening van gemeenten, het verdwijnen van bankkantoren, diensten van de overheden, belastingen, …het moet hoe langer hoe meer digitaal. Maar niet iedereen heeft toegang tot het internet thuis, heeft een geschikte laptop of PC of weet de weg naar al deze diensten. Stad Hasselt heeft al een en ander op poten gezet zoals een digiteam met tien digipunten, gratis uitleen van laptops en computerhulp aan huis. Wij willen dat de stad nog verder gaat. Daarom bieden we in de wijkcentra gratis internet en toegang tot PC’s aan en begeleiding bij deze digitale dienstverlening. We bieden ook kosteloze, laagdrempelige ICT-cursussen aan. En voeren de oefennamiddagen terug in. We voorzien ook een automatische toekenning van een sociaal tarief voor internet vanuit de overheid.
Vanuit het OC gaan buurtwerkers met huisbezoeken en straathoekwerk de wijk in om mensen te bereiken die de weg naar het OC niet vinden. Op die manier pakken we ook de groeiende eenzaamheid aan en werken we aan een betere veiligheid en samenhorigheid. Hasselt neemt eindelijk een armoedecoördinator in dienst. Dat is goed. Wij pleiten voor de inzet van veel meer wijkwerkers die samen met de armoedecoördinator een armoedebeleid uitstippelen op maat van de mensen in de wijk.
In de OC’s voorzien we, tot slot, ook zituren voor de wijkagent. Bij de wijkagent kunnen bewoners terecht met kleine en grotere ergernissen. Ze melden er onveilige verkeerssituaties, fout parkeren, sluikstorten of verdachte gebeurtenissen. Vaak is de aanwezigheid van de wijkagent voldoende om mistoestanden snel op te lossen.
2. Het OCMW draagt de eindverantwoordelijkheid
- We herbevestigen de eindverantwoordelijkheid van het OCMW voor het garanderen van een menswaardig bestaan voor iedereen die op het Hasselts grondgebied verblijft. Het OCMW moet - ook in de nieuwe vorm - de regie opnemen in het lokaal sociaal beleid en moet het middenveld daarbij als partner betrekken.
- Iedereen met een hulpvraag moet bij het OCMW, desgewenst via een OC, terecht kunnen voor hulp en begeleiding. Uitgangspunt daarbij is dat ieders sociale grondrechten gegarandeerd worden.
- Daarbij is een actieve rechtenverkenning en kennisgeving van belang: nagaan op welke rechten en sociale tegemoetkomingen elke bezoeker recht heeft.
- De stad start zelf een proefproject om het leefloon van éénoudergezinnen op te trekken tot boven de armoedegrens. Zij vraagt aan de federale overheid om hier werk van te maken voor alle vervangingsinkomens en minimumlonen.
Meer achtergrondinformatie
De vroegere Commissies van Openbare Onderstand bekeken hulp voor de zwaksten in onze maatschappij als een 'gunst' i.p.v. een recht, maar sinds de OCMW-wet van 1976 werd hulp voor de zwaksten in onze maatschappij eindelijk een recht. Dit hield in dat iedereen recht had op een maatschappelijke dienstverlening om een menswaardig leven te leiden. Met deze wet kreeg het OCMW de opdracht deze dienstverlening ook te verzekeren. Het was een grote stap van armenzorg naar welzijnszorg.
De crisis bewees dat onze samenleving een 'laatste vangnet' nodig heeft voor meer en meer mensen die in armoede geduwd worden. Het aantal mensen dat moet rondkomen met een leefloon is verdubbeld de laatste twintig jaar. Maar de maatschappelijke werkers van het OCMW ervaren een ‘verzakelijking’ i.p.v. een dienstverlening op maat. Ze krijgen minder ruimte voor menselijk contact, opvolging en moeten meer tijd investeren in administratie. Maatschappelijk werk is in de eerste plaats mensenwerk en geen computerwerk. Wij willen daarom dat de stad en het OCMW terug hun eindverantwoordelijkheid opnemen in het garanderen van een menswaardig bestaan voor iedereen. Dat ze het middenveld daarbij betrekken als partner en niet als ‘onderaannemer’ of ‘brandblusser’.
Het ‘laatste vangnet’, dat houdt ook in dat elke Hasselaar een inkomen heeft waar hij of zij menswaardig mee kan leven. Daarvoor moet een inkomen boven de armoedegrens gegarandeerd zijn. Vandaag ligt het leefloon voor een aantal mensen heel ver onder de armoedegrens. Het leefloon voor een alleenstaande bedraagt 1.288 euro, 220 euro onder de armoedegrens. Voor een gezinshoofd (alleenstaande ouder 2 kinderen) bedraagt het leefloon 1.741, dat is 178 euro onder de armoedegrens. Dat zijn bedragen ver onder de armoedegrens (‘inkomen dat iemand nodig heeft om waardig te kunnen leven’). In Hasselt steeg het aantal leefloners ook sterk van 301 in 2013 tot 692 in 2023, meer dan een verdubbeling dus.
Wij willen het leefloon optrekken tot aan het referentiebudget. Dat referentiebudget komt overeen met de Europese armoedegrens. Wij willen ook dat het leefloon onvoorwaardelijk is. En dat het rekening houdt met een veranderende realiteit. Zo moet ook samenhuizen kunnen, zonder dat je een derde van je leefloon verliest. Vandaag rekent het OCMW je bij co-housing meteen als samenwonende, ook al heb je geen relatie.
De federale overheid bepaalt het bedrag van het leefloon. De regering belooft al lang het op te trekken, maar dat gebeurt niet. Nochtans berekende het Planbureau dat het financieel haalbaar is, aangezien er ook een terugverdieneffect zal zijn. Dat zit zo: met een hoger leefloon stijgt de consumptie en worden er dus meer taksen betaald, zodat de overheid meer inkomsten heeft. Als signaal naar de federale regering, starten we in Hasselt zelf een proefproject en trekken we het leefloon voor de eenoudergezinnen - dit is de meest kwetsbare groep van gezinnen in armoede - op tot boven de armoedegrens. Dat is perfect mogelijk.
3. Automatische rechtentoekenning
-
We organiseren een één-loketsysteem en organiseren het zo dat de verschillende rechten automatisch toegekend worden.
-
We passen het ‘only-once principe’ toe: als je een papier eenmaal binnenbrengt, moet het ook gebruikt kunnen worden voor andere aanvragen. Dat maakt het leven voor iedereen eenvoudiger, ook voor de administratie.
Meer achtergrondinformatie
Veel mensen die recht hebben op een uitkering doen daar geen beroep op. Er is sprake van onderbescherming. Dit geldt ook voor de verhoogde tussenkomst in gezondheidszorgen, op vlak van fiscaliteit, het alimentatiefonds, schooltoelagen, etc. Duizenden mensen lopen een huurpremie mis. Het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin onderzocht deze onderbescherming. Conclusie: veertig procent van de rechthebbenden op een uitkering, vraagt die uitkering niet aan. Een van de redenen daarvoor is dat mensen vaak bij het OCMW aankloppen met het gevoel als profiteurs of fraudeurs bekeken te worden. Dat is het gevolg van het ‘eigen schuld dikke bult’ discours van de rechtse partijen. Zo verarmt de samenleving.
De wil om echt hulp te bieden is cruciaal. Heel wat mensen ervaren het onthaal van het OCMW als weinig helpend. Je moet voortdurend aantonen dat je behoeftig bent, met een reeks attesten, papieren en bankuittreksels. Heb je wel genoeg inspanningen gedaan om werk te vinden? Kan je familie je niet helpen? Is je aanvraag geen sociale fraude? De sociale fraude wordt slechts op vijf procent geraamd terwijl veertig procent van de rechthebbenden geen hulp aanvraagt. De prioriteiten liggen verkeerd.
Je belastingbrief is bijna helemaal ingevuld via de app Tax-on-web. Toch moet je allerlei papieren verzamelen om te bewijzen dat je recht hebt op bepaalde sociale tegemoetkomingen. De overheid heeft je gegevens en toch moet je ze telkens opnieuw bewijzen. Als je je rechten niet zelf aanvraagt, krijg je niets. Dat is onlogisch. Wij willen verschillende basisrechten automatisch toegekend zien.
Voor verschillende tegemoetkomingen moet je vaak steeds weer dezelfde papieren verzamelen. Ook dat kan eenvoudiger: breng je een papier eenmaal binnen, dan moet het ook gebruikt kunnen worden voor andere aanvragen. Dat is het only-once-principe. Het maakt het leven voor iedereen eenvoudiger, ook voor de administratie.
4. Energie en water zijn mensenrechten
-
Via de Lokale Adviescommissie (LAC) voor Water en Energie garanderen we de toegang tot stromend water en energie. Niemand wordt afgesloten. De toegang moet voorrang hebben op de schuldaflossing. Budgetmeters zijn in deze geen oplossing.
-
We rekenen geen herinneringskosten meer aan bij basisvoorzieningen zoals energie en water. We zetten in op structurele oplossingen: via begeleiding met tips en tricks om het verbruik te verminderen (ledlampen, spaarkranen) of via installatie van zonnepanelen via een derdebetalersregeling (zie verder in hoofdstuk wonen).
-
We versterken het Energiefonds en het Fonds Jovel. Zo kunnen we beter tussenkomen om (een deel van) de schulden kwijt te schelden in gevallen waar volledige betaling van opgestapelde facturen onrealistisch is.
Meer achtergrondinformatie
Energie en water zijn basisbehoeften. Zonder is een menswaardig bestaan niet gegarandeerd. Niet voor een kind en niet voor een volwassene. Maar de kosten voor water en energie swingen de pan uit. Het aantal mensen met betaalachterstand groeit zienderogen, zeker met de energiecrisis. Budget- of watermeters zijn geen oplossing. Want het waarborgt geen blijvende water- en energievoorziening naar behoefte. De stad moet alles wat binnen haar mogelijkheden ligt inzetten om de water- en energieprijs te doen zakken. En de water- en energiecel van het OCMW heeft meer personeel en slagkracht nodig om mensen werkelijk te helpen met haalbare afbetalingsplannen. Afsluitingen van deze basisbehoeften zijn niet conform de rechten van de mens.
Onze Grondwet bepaalt dat iedereen recht heeft op een menswaardig bestaan, hier is water en energie onderdeel van. Om die reden heeft de PVDA succesvol de 6% btw op elektriciteit kunnen doorvoeren met behulp van 300.000 handtekeningen en vocht de PVDA twee jaar lang voor de afschaffing van de Turteltaks in 2017, met een geslaagde procedure voor het Grondwettelijk Hof als gevolg.
Het energieverbruik van huishoudens in Hasselt is enkel gedaald (van 726.486 MWh in 2011 naar 619.229 MWh in 2020, een daling van 14,76%). En toch besteedden we de laatste 30 jaar nooit zoveel van ons maandelijks budget aan energie (€ 73 aan elektriciteit en € 164 aan gas, samen goed voor € 237 voor een gemiddeld gezin in een gemiddeld woningtype). Dat betekent dat t.o.v. een gemiddeld nettoloon van € 2079 dit een 11,4% is van hun maandelijks budget. In 2023 had 7,1% van de inwoners moeilijkheden om het afgelopen jaar de rekening van water en energie te betalen.
Vandaag heeft het OCMW een Energiecel of Lokale Adviescommissie voor Energie. Mensen met schulden bij hun energieleverancier komen terecht bij de ‘sociale leverancier’, zijnde Infrax of Eandis. Die werken samen met de Energiecel van het OCMW. Zij maken met de klanten een afbetalingsplan en verplichten hen een budgetmeter te laten installeren.
In Hasselt leven 499 huishoudens met een actieve budgetmeter voor elektriciteit en 283 met een budgetmeter voor gas. Met zo’n budgetmeter kan je enkel elektriciteit of gas krijgen als je de meter eerst oplaadt. Dit wil zeggen dat mensen die al in schulden zitten mogelijk geen 'budget' hebben om hun budgetmeter op te laden en dus zonder elektriciteit komen te vallen. Alsook, de ‘sociale leverancier’ rekent een duurder 'ontradingstarief' aan, wat bedoeld is om te vermijden dat mensen bij hen ‘blijven hangen’ door hen te ontraden. Ze moeten de reguliere energiemarkt op van zodra de schulden afgelost zijn. Wij willen dat omkeren door meer in te zetten op collectieve oplossingen: een haalbaar afbetalingsplan opstellen samen met de klant, tips en tricks rond ledlampen en andere energiebesparende maatregelen, installatie van zonnepanelen via een derdebetalersysteem, aangepast aan ieders behoefte.
Ook water is een basisbehoefte en je kan geen menswaardig bestaan garanderen zonder stromend water. De Verenigde Naties erkende drinkbaar water en goede sanitaire voorzieningen als een mensenrecht. In het jaar 2000 betaalde een gemiddeld gezin € 100 per jaar voor stromend water. In Januari 2023 is dat maar liefst € 442. De gemiddelde waterfactuur steeg zo met 342 % sinds 2000. Niet zozeer de waterprijs zelf steeg, maar wel de taksen voor riolering en waterzuivering. Die kosten werden destijds door de gemeenschap gedragen, maar nu meer en meer door de klant.
Met de PVDA slaan we al jaren op deze nagel. De Lokale Adviescommissie Water moet de toegang tot stromend water garanderen, met haalbare afbetalingsplannen, waterbesparende kranen, opsporen van eventuele lekken of huisbezoeken aanbieden om mensen met betalingsachterstand te bereiken. Om de schuldenberg van de financieel zwaksten in onze maatschappij te verminderen is deels een kwijtschelding van de schulden of het stoppen van extra kosten door deurwaarders dringend nodig.
5. Het recht op wonen garanderen voor allen
-
We werken de Hasseltse achterstand weg ten opzichte van het gemiddelde van de Vlaamse centrumsteden in sociale woonbouwprojecten.
-
We zorgen voor woonbegeleiders in onze OC’s. Zij helpen het recht op degelijke huisvesting te vrijwaren. We organiseren er gratis juridische bijstand voor huurders.
-
Verhuurders stimuleren we de maatschappelijke dienstverlening te informeren van zodra een huurder twee maanden huurachterstand heeft. Uithuiszetting kan enkel in het geval er toegang tot een andere woning is.
-
De diensten Huurinterventie en Preventieve Woonbegeleiding bouwen we verder uit.
-
We organiseren het hele jaar door een noodopvang voor dak- en thuislozen. Deze opvang biedt ook overdag onderdak. We breiden de bestaande dienst Housing First uit. Wie bij de noodopvang aanklopt, moet binnen de drie maanden toegang krijgen tot een woning, via de internationale regels van het Housing First-principe. We werven woonbegeleiders aan om het gebrek aan hulpverlening binnen de dienst Housing First in Hasselt te verhelpen.
Meer achtergrondinformatie
Ons plan van aanpak voor meer betaalbare woningen in Hasselt staat onder hoofdstuk 1 van dit programma. Hier hebben we het kort over enkele noodzakelijke maatregelen voor de bescherming van mensen in armoede.
In Hasselt leven minstens 221 dak-en thuislozen (cijfers uit 2023). Het jaar ervoor waren dat er 188, 33 minder. En in 2018 waren dat er 73 volgens de officiële cijfers van het OCMW. Op enkele jaren tijd nam het aantal dak-en thuislozen in Hasselt dus enorm toe. De energiecrisis en woningcrisis heeft daarmee te maken. Ook mensen met een inkomen belanden op straat. En nog verontrustender: in België is 35 à 40 procent van de dak- of thuisloze mensen vrouw, vaak alleenstaande moeder, 25 à 35 procent is minderjarig (bron VRT). Het grootste probleem is gebrek aan betaalbare woningen.
In de OC’s willen we woonbegeleiders die helpen zoeken naar een gepaste huisvesting. We willen ook preventiever werken. De verhuurders willen we stimuleren om de maatschappelijke dienstverlening te informeren zodra iemand twee maanden huurachterstand heeft. Dat geldt zowel bij sociale huisvesting als op de private huurmarkt. Tegelijk willen we de diensten Huurinterventie en Preventieve Woonbegeleiding verder uitbouwen, ondersteunen en promoten. De maatschappelijke werkers van deze diensten gaan ter plaatse om actief te helpen wanneer huurders huurachterstal hebben. Zij bekijken samen met de huurder wat mogelijk is, en op welke tegemoetkomingen de huurder recht heeft. Daarnaast onderhandelen ze met de eigenaar om uithuiszettingen te voorkomen. Een uithuiszetting kan enkel indien er toegang is tot een andere woning.
Wij willen het hele jaar door een noodopvang voor dak- en thuislozen die ook overdag onderdak biedt, met een aparte opvangplaats voor gezinnen met kinderen. Wie bij de noodopvang aanklopt, moet binnen de drie maanden toegang krijgen tot een woning, via het Housing First-principe. Het basisidee van Housing First is: eerst een woonst aanbieden en vervolgens begeleiding opstarten op maat van de mens. Internationaal onderzoek wijst uit dat Housing First de efficiëntste en meest kosteneffectieve manier is om dakloosheid te bestrijden. We werven bijkomende woonbegeleiders aan, dit om het gebrek aan adequate hulpverlening en begeleiding in Hasselt te verhelpen. Daarnaast willen we een shelter volgens het bed-, bad-, broodprincipe, voor wie niet terecht kan in de reguliere noodopvang. Heel het jaar door.
We voorzien ook voldoende drinkfonteintjes in de stad en gratis openbaar toiletten en plaatsen op verschillende plaatsen gratis lockers om bezittingen in op te bergen.
6. Gratis gezonde en voedzame maaltijden op school
-
Kinderen die in armoede opgroeien, dat is onaanvaardbaar. We starten met gratis gezonde maaltijden op de scholen voor iedereen, zonder stigmatisering van de kinderen die in armoede opgroeien.
Meer achtergrondinformatie
Uit recente cijfers van het internationale PIRLS-onderzoek blijkt dat maar liefst 40 procent van de Vlaamse scholieren met honger in de klas zit. Dit heeft zeer negatieve gevolgen op hun leerprestaties en de algemene ontwikkeling. We gaan de strijd aan tegen honger in de klas, net zoals Finland dat al sinds de jaren 1940 doet. We starten met gratis gezonde maaltijden op de scholen voor iedereen, zonder stigmatisering van de kinderen die in armoede opgroeien.
1 op 7 Hasseltse kinderen leeft in kansarmoede. Als stad hebben we de plicht om kinderen te ondersteunen, we zorgen ervoor dat geen kind met honger op de schoolbanken hoeft te zitten. Honger legt een hypotheek op het leervermogen van het kind en dus ook een hypotheek op zijn toekomst. Een gratis gezonde warme maaltijd voor ieder kind kan hier al een heel verschil maken in het leervermogen, het welbevinden en de gezondheid van het kind. De stad kan dit al toepassen in de eigen scholen en de scholen van de andere scholengemeenschappen hierin ondersteunen. Het klinkt drastisch, maar het is perfect mogelijk. Aan Franstalige zijde werkt men hier al langer aan en ook Gent en Antwerpen namen hier reeds initiatieven rond. Waar wacht Hasselt nog op?
7. Voldoende en betaalbare kinderopvang
-
We gaan voor voldoende, betaalbare en kwaliteitsvolle publieke kinderopvang in Hasselt. Kinderopvang moet vanuit de gemeente georganiseerd worden, kinderbegeleiders moeten een vast statuut krijgen, de kinderopvang moet betaalbaar zijn en er moeten voldoende plaatsen beschikbaar zijn.
-
We voorzien voldoende gratis buitenschoolse kinderopvang.
-
We zorgen er ook voor dat er mogelijkheden zijn voor ouders die nachtopvang of opvang in het weekend nodig hebben vanwege hun arbeidsregime.
Meer achtergrondinformatie
Kinderopvang kost gemiddeld 28 tot 32 euro per opvangdag en dit dekt vaak niet extra onkosten zoals luiers en verzorgingsproducten. Op 22 werkdagen in een maand komt dit uit op gemiddeld € 660. Daarom is voor veel gezinnen met tweeverdieners kinderopvang vaak al een enorme hap uit het maandelijkse budget. Hierdoor voelt vaak een van de ouders zich verplicht parttime te gaan werken of soms zelfs volledig thuisblijven. Laat staan dat dit doenbaar is voor een alleenstaande ouder die amper rond komt met een gemiddeld bediende of arbeider nettoloon. De nood aan betaalbare kinderopvang is dan ook hoog.
De kinderopvang is ondergefinancierd. Hierdoor zijn er te weinig kinderbegeleiders en te weinig beschikbare plaatsen. PVDA strijdt voor meer financiering in de zorg, waaronder kinderopvang. Het is belangrijk dat ouders hun kindje naar een betaalbare kinderopvang kunnen brengen én dat de kinderbegeleiders het respect krijgen dat ze verdienen.
De crisis in de kinderopvang is in Hasselt schrijnend. Wie op zoek is naar een voltijds plekje in de kinderopvang moet lang wachten. In Hasselt zijn er maar 1000 vergunde plaatsen voor 2000 baby’s en peuters, dat is 50 plaatsen per 100 kinderen tussen 0 en 3 jaar. Bij buitenschoolse opvangplaatsen voor 3-11 jarigen is er maar plaats voor 15,7% van de kinderen.
Daarnaast staat één begeleider in voor 9 baby’s en peuters. De sector slaakt een noodkreet. We moeten aandacht hebben voor het welzijn van de kindbegeleiders én het welzijn van onze baby’s en peuters. De eerste jaren in het leven zijn bepalend voor de verdere ontwikkeling naar kind en (jong)volwassene. Het is belangrijk dat onze baby’s en peuters voor de volle 100% aandacht krijgen. Wanneer één begeleider instaat voor 9 baby’s en peuters kan dit niet gegarandeerd worden. Door de kindratio te verlagen naar een gemiddelde van 6 kinderen, krijgen onze kleintjes meer aandacht en daalt de werkdruk voor de begeleiders behoorlijk.
Kinderopvang moet betaalbaar zijn. In januari 2023 werden de prijzen van kinderopvang geïndexeerd met 10%.
Sinds de jaren tachtig horen we niet anders dan dat privatiseren alles oplost. Ondertussen dringt door dat dat helemaal niet het geval is, en zien we in enkele steden en gemeenten ook een omgekeerde beweging: deprivatiseren. Leuven nam vier kinderdagverblijven terug in eigen beheer, en ook in Retie neemt de gemeente de voor- en naschoolse opvang weer in eigen beheer. "Zo wil de gemeente de kinderopvang stroomlijnen en verbeteren, met één teamleider en één aanspreekpunt." Niet alleen in België, maar wereldwijd zijn er steden die publieke diensten terug onder publieke controle brengen. Dat gaat over zorg en kinderopvang, maar ook over water, energie, vervoer... Remunicipalisering is het dure woord daarvoor. Het zorgt voor minder markt en meer samenwerking. De arbeidsvoorwaarden varen er wel bij net zoals de prijzen. We gaan dan ook voor voldoende, betaalbare en kwaliteitsvolle publieke kinderopvang in Hasselt. Kinderopvang moet vanuit de gemeente georganiseerd worden, kinderbegeleiders moeten een vast statuut krijgen, de kinderopvang moet betaalbaar zijn en er moeten voldoende plaatsen beschikbaar zijn. We zorgen er ook voor dat er mogelijkheden zijn voor ouders die nachtopvang of opvang in het weekend nodig hebben vanwege hun arbeidsregime.
8. Maximumfactuur in het onderwijs
-
We zorgen ervoor dat de maximumfactuur in alle stedelijke basisscholen wordt gehandhaafd en ondersteunen scholen zodat die kwaliteitsvol onderwijs kunnen blijven voorzien.
-
We voeren in alle secundaire scholen op Hasseltse grondgebied een maximumfactuur in voor de eerste graad in schooljaar 2025-26 en stapsgewijs voor de tweede en derde graad in de daaropvolgende jaren.
Meer achtergrondinformatie
In het lager onderwijs moet basismateriaal als handboeken, schoolagenda, knutselmateriaal etc gratis zijn voor de kinderen. Voor het materiaal en verplichte activiteiten (zwemmen, daguitstappen, toneelvoorstellingen) is er een maximumfactuur voor de ouders. Die kan per jaar maximaal 55 euro bedragen voor kleuters en 105 voor lagere schoolkinderen.
Omdat scholen veel te weinig werkingsmiddelen krijgen, moeten zij daarom besparen op materiaal, activiteiten, zwemlessen (vooral het vervoer is kostelijk). Maar andere kosten worden ook doorgerekend aan de ouders die buiten de schoolfactuur vallen, zoals de voor- en naschoolse opvang en het middagtoezicht. Deze kosten vallen buiten de maximumfactuur. De school mag die dus extra aanrekenen.
In Vlaanderen is de middagpauze officieel geen deel van de schooltijd. Zo omzeilt de Vlaamse regering de maximumfactuur. Officieel moet een kind tijdens de middagpauze niet op school aanwezig zijn en vallen taksen voor middagopvang buiten de maximumfactuur. Vroeger moesten leerkrachten vaak de opvang voorzien tijdens de middagpauze. Vandaag wordt er extra personeel aangeworven om die opvang te organiseren. Dat is een goede zaak, maar jammer genoeg werd beslist om geen extra middelen te voorzien om het extra personeel te betalen. Daardoor moeten steeds meer scholen de factuur noodgedwongen doorsturen naar de ouders.
Kinderen hebben recht op 1 jaar gratis schoolzwemmen tijdens hun lagere school. Voor alle extra zwemlessen die daarbovenop worden gegeven, kunnen scholen kosten aanrekenen voor vervoer, dat erg duur is, en toegang tot het zwembad. De kosten voor meerdaagse uitstappen, zoals bos-, zee- en boerderijklassen, mogen voor het hele lager onderwijs hoogstens oplopen tot 520 euro. Ook die extra kosten worden doorgerekend. Een jaar basisonderwijs kost ondertussen in de realiteit meer dan 600 euro, terwijl de maximumfactuur officieel 105 euro bedraagt.
Je kinderen naar school sturen zorgt bij veel ouders voor een grote hap uit het gezinsbudget. In het middelbaar onderwijs lopen de kosten nog hoger op, want daar bestaat geen maximumfactuur. Basis leermateriaal, handboeken, schrijfgerei etc, betalen de ouders zelf. Er is ook geen maximumfactuur voor verplichte activiteiten of meerdaagse reizen. Die betalen de ouders ook zelf, net als de huur van een laptop, locker, … . De factuur van een schooljaar in het middelbaar loopt al snel op tot 1.200 euro in de eerste graad tot 1.500 euro in de derde graad.
We dringen aan bij de Vlaamse overheid dat kleuter-, lager en secundair onderwijs volledig kosteloos worden. Zolang dat niet gebeurt, geven we het goede voorbeeld: we zorgen dat de kosten in onze vijf stedelijke basisscholen nooit boven de officiële maximumfactuur van 105 euro per jaar komen. We gaan in de bat met de andere scholen om de schoolkosten te drukken. We ondersteunen de Hasseltse scholen met extra werkingsmiddelen zodat ze niet hoeven te beknibbelen op voor- of naschoolse opvang, middagtoezicht, zwemlessen of buitenschoolse activiteiten.
Voor de 17 middelbare scholen op Hasselts grondgebied gaan we in overleg met de schoolbesturen om een maximumfactuur in te voeren voor het secundair onderwijs, naar voorbeeld van het Antwerps provinciaal onderwijs. We starten met een maximumfactuur van 300 euro in de eerste graad als proefproject in het schooljaar 2025-2026 en voeren stapsgewijs een gedifferentieerde maximumfactuur in voor de tweede en derde graad in de volgende schooljaren. Op die manier weten de ouders op voorhand hoeveel een schooljaar zal kosten en zal de schoolfactuur niet de studiekeuze bepalen.
We breiden in tussentijd de onderwijscheques uit naar het secundair onderwijs. Die bestaan nu al voor het basisonderwijs. Dat zijn cheques die steden en gemeenten kunnen aanbieden aan gezinnen die het financieel moeilijk hebben en waarmee ze (een deel van) de schoolkosten kunnen betalen.
9. Maximumfactuur voor het rusthuis
-
Wij stellen daarom een maximumfactuur voor: dat houdt in dat de prijs voor een verblijf in een woonzorgcentrum nooit hoger kan zijn dan iemands pensioen. Een maximumfactuur garandeert de betaalbaarheid en zorgt ervoor dat ouderen hun huis niet moeten verkopen of aankloppen bij hun kinderen of het OCMW om te leven in een woonzorgcentrum. Dat betekent niet dat woonzorgcentra het met minder middelen moeten doen, wel dat de subsidies vanuit de overheid moeten worden versterkt.
Meer achtergrondinformatie
De stad moet instaan voor voldoende betaalbare serviceflats en woonzorgplaatsen. Wanneer ouderen niet langer thuis kunnen blijven wonen, omdat de zorgvraag te groot wordt, dan doemt de confrontatie met hoge woon- en zorgprijzen op. De prijs die een senior betaalt mag nooit hoger zijn dan zijn of haar pensioen. De zorg moet ook kwalitatief in orde zijn.
Een plek waar ouderen die meer zorg nodig hebben samen kunnen wonen is noodzakelijk in onze samenleving. Maar vandaag is de situatie in de woonzorgcentra onhoudbaar: in de steek gelaten tijdens de coronacrisis, te weinig personeel, te hoge prijzen en een prooi voor multinationals die munt willen slaan uit de oude dag van mensen die heel hun leven hebben bijgedragen.
Uit een onderzoek van seniorenvereniging Okra blijkt dat de gemiddelde prijs van een woonzorgcentrum een pak hoger ligt in de commerciële sector (2.274 euro euro per maand), maar ook onbetaalbaar is voor veel ouderen in de publieke(2.039 euro) en non-profit-woonzorgcentra (2.111 euro). Ook in Hasselt swingen de prijzen voor de publieke woonzorgcentra de pan uit. De kostprijs voor een dag voor een kamer op campus Banneux bedraagt 68,07 euro per dag. Een kamer op campus Stadspark kost voor een nieuwe eenpersoonskamer: 68,07 euro per dag, een gerenoveerde eenpersoonskamer: 65,62 euro per dag en een tweepersoonskamer: 57,84 euro per persoon per dag. Dat maakt dat de maandprijs boven de 2.000 euro per maand ligt. Daarin zijn nog niet inbegrepen: kosten voor pedicure, manicure en kapper, wassen, stomen en herstellen van persoonlijk linnen, uitgaven gemaakt in de cafetaria, medicatie, dokters- en hospitalisatiekosten, … . dat betekent dat ouderen boven de kostprijs nog extra budget nodig hebben voor essentiële zaken als beddengoed wassen, medicatie en dokter.
Wij stellen daarom een maximumfactuur voor: dat houdt in dat de prijs voor een verblijf in een woonzorgcentrum nooit hoger kan zijn dan iemands pensioen. Een maximumfactuur garandeert de betaalbaarheid en zorgt ervoor dat ouderen hun huis niet moeten verkopen of aankloppen bij hun kinderen of het OCMW om te leven in een woonzorgcentrum. Dat betekent niet dat woonzorgcentra het met minder middelen moeten doen, wel dat de subsidies vanuit de overheid moeten worden versterkt.
De personeelsnorm voor de woonzorgcentra is niet aangepast aan de noden van vandaag. De zorgzwaarte van de bewoners is gemiddeld veel hoger dan pakweg twintig jaar geleden, maar het aantal werknemers is in verhouding niet gestegen. Het personeel heeft geen tijd meer voor een babbel met de mensen. Steeds meer staan de ‘targets’ centraal: het aantal pampers, washandjes, handdoeken en maaltijden, en niet de menselijke zorg.
Geen winst op de zorg! We privatiseren de HOGEVIJF niet. We investeren verder in een kwaliteitsvolle, betaalbare, openbare instelling. De Hasseltse ouderenzorg riskeert de speelbal te worden van kapitaalgroepen die een hoog rendement eisen. De Pano-uitzending over de commerciële woonzorgcentra zorgde voor heel wat beroering. Terecht. Commerciële groepen als Armonea en Orpea hebben maar één belang: hun winst vergroten. Dat leidt tot lagere zorgkwaliteit: minder personeel, minder zorg, minder kwaliteitsvoeding’ en vaak een hogere factuur voor de bewoners.